Grasboer Eelco Zandvliet focust op bloedlijnen

Met zijn veertien oudste koeien die samen 1,4 miljoen kilo melk hadden geproduceerd, was Eelco Zandvliet uit Langezwaag (FR) in maart een van de sprekers op het levensduursymposium in Heerenveen. De melkveehouder blijkt een fanatieke weider en een echte grasboer; maïs voert hij al enkele jaren niet meer.

Liefhebbers van kwaliteitsvee kunnen bij Eelco Zandvliet (50) goed terecht. In zijn flink bezette stal uit 1980 lopen koeien met fraaie melkskeletten, goede uiers en beste benen. De veestapel heeft een gemiddeld exterieur van bijna 85 punten en bij de laatste bedrijfsinspectie werden de vaarzen met 83,5 punten gewaardeerd. „Ik wil geen vaarzen onder de 80 punten”, aldus de veehouder. Ook wil hij geen extreme, scherpe koeien. „Die halen namelijk niet de hoogste levensduur.”

Beeld: ©Agrio / Susan Rexwinkel
De diepstrooiselboxen in de uit 1980 stammende ligboxenstal worden ingestrooid met paardenmest

Broodresten

Hoewel Eelco de Friese taal machtig is – „Op de landbouwschool moest ik wel, anders tel je niet mee” – komt de familie Zandvliet oorspronkelijk niet uit de provincie. Eelco’s ouders kwamen in 1965 vanuit het tussen Amsterdam en Haarlem gelegen Halfweg naar Terband, nabij Heerenveen, waarbij ze met zes koeien op 1,5 hectare zijn gestart. „Dat was aanvankelijk geen vetpot; mijn vader toog langs de deuren om brood-, groente- en fruitresten te verzamelen voor zijn vee”, vertelt Eelco. Zijn gedrevenheid en ondernemerschap leidden er echter wel toe dat de familie in de vroege jaren tachtig al zo’n 160 koeien molk.

Eerder al, aan het einde van de jaren zeventig, was het gezin via de ruilverkaveling naar Tjalleberd verhuisd, tegenover de huidige A-ware-fabriek. Later bleek dat Eelco en zijn jongste broer beiden boer wilden worden, maar niet samen, en werd er in 1996 een halve kilometer verderop een boerderij bijgebouwd. Vader Hans (77) ging zo met twee zoons in maatschap; Eelco bleef op de oude locatie en zijn vader ging op de nieuwe locatie met zijn jongste zoon koeien melken. De laatste is zich echter gaan richten op het loonwerk, zodat senior er tegenwoordig nog vleesvee houdt. Niet veel later kocht de gemeente de oude locatie, waarna Eelco verkaste naar het nabij gelegen Langezwaag.

Fosfaatrechten

„In 2000 kochten we onze huidige locatie van een stopper”, aldus Eelco. De start een jaar later was nog even spannend vanwege de MKZ-crisis, maar uiteindelijk kon Zandvliet er toch beginnen met 75 koeien. Hij werd al gauw zelfstandig en molk toen 6,5 ton quotum. Eelco breidde zijn bedrijf door de jaren heen gestaag uit en molk aan het eind van het quotumtijdperk 1,3 miljoen kilo melk. „We hebben eigenlijk altijd boven ons quotum gezeten en met twee fanatieke en mogelijke bedrijfsopvolgers, denk ik dat we nu ook in fosfaatrechten moeten investeren, ook al lijkt dat economisch onverantwoord, het is met land immers net zo”, aldus Eelco’s vrouw Afke.

Zandvliet melkt inmiddels 155 koeien en moet eigenlijk terug naar 125. „Maar ik kan heel moeilijk afscheid nemen van vee”, zegt hij.

De gemiddelde levensproductie van de tien afgevoerde koeien bedroeg het afgelopen jaar 61.943 kilo melk. Gemiddeld over de afgelopen vijf jaar voerde Zandvliet per jaar 14 koeien af met een productie van 53.585 kilo melk. Vooral dat laatste noemde hij op het levensduursymposium een belangrijk kengetal, omdat het cijfer op basis van een individueel jaar te veel van toeval afhankelijk is. „Het is in elk geval belangrijk dat je bij de vaarzen en tweedekalfs koeien geen uitval hebt”, stelt Zandvliet. „We gaan ook vrij lang door met insemineren, want dat zijn de kosten niet.”

De veehouder is wel sterk gefocust op de uiergezondheid van zijn veestapel en weet daarmee een bedrijfscelgetal van tussen de 50 en 80 te realiseren. „Dieren met structureel een te hoog celgetal gaan eruit en bij de stierkeuze let ik er ook sterk op. En we bezuinigen niet op de melkerij en het boxmanagement.” Zandvliet had voorheen autobanden in de ligboxen, gevuld met zand en losgestort zaagsel, waardoor hij enkele koeien met Klebsiella heeft moeten opruimen. Bovendien trapten de koeien de banden los, zodat er nu met paardenmest gevulde diepstrooiselboxen zijn. Eelco en Janiek werken de boxen meerdere keren per dag bij en zijn daar heel secuur in. „Als de boxen te nat zijn, komt er gehakseld stro of vlas op, evenals zeoliet, een kleimineraal met een hoge vochtopname.”

Beeld: ©Agrio / Susan Rexwinkel
De stal voor de jongste kalveren is geïsoleerd en wordt geventileerd door een overdruk buisventilatiesysteem

Biologisch

Biologisch

Zandvliet wil alles zoveel mogelijk op een natuurlijke manier realiseren. „We willen de kunstmestgift naar nul brengen en zo weinig mogelijk antibiotica gebruiken. En we vinden de hoogte van de productie niet het belangrijkste, we streven niet naar 11.000 kilo melk.” Toch vindt de veehouder een biologische bedrijfsvoering voor zichzelf een stap te ver. „Dat vraagt toch ook een ander soort koe. Ik vraag me af of de Holstein daarvoor geschikt is. Aan de andere kant zegt mijn gevoel als aanhanger van het aAa-systeem dat wanneer een koe optimaal gebouwd is, ze bij elk systeem past.”

Het systeem van Zandvliet bestaat uit een grasrantsoen en veel weiden. De veehouder doet aan rantsoenbeweiding: als een perceel 3 hectare groot is, krijgen de koeien – ze lopen sinds half april weer buiten – op dag 1 een hectare en wordt daarna de draad verzet, zodat ze de volgende dag een nieuwe hectare krijgen. „Alle melkkoeien lopen altijd in één groep en vreten een hectare per dag af”, aldus de veehouder. Hij heeft in het vroege voorjaar 20 à 22 hectare beschikbaar voor beweiding, zodat de koeien na drie weken terugkeren op hetzelfde perceel.

Niet alleen de koeien, maar ook de kalveren vanaf een leeftijd van vijf, zes maanden en de drachtige pinken – Zandvliet wil geen stier tussen de pinken – worden na de eerste snede geweid. De voordelen daarvan zijn dat ze gras leren vreten en de nodige worminfecties doormaken en ook dat ze met de verschillende weersomstandigheden leren omgaan. „Onze koeien staan dan ook niet zo gauw voor het hek.”

Hongerig de wei in

Naast weidegang worden de koeien op stal met een blokkenwagen gevoerd, waarmee ze – ondanks een overbezetting van 20 à 25 koeien die niet bij het voerhek kunnen – een ongemengd rantsoen van graskuil en maïsgluten krijgen, aangevuld met krachtvoer op maat in de melkstal en in de krachtvoerboxen. Daarbij krijgen de vaarzen 8, de tweedekalfs 9 en de oudere koeien maximaal 10 kilo brok. Eelco voert op stal niet ruim. „’s Nachts om een uur of 1, 2 is het voer op, ze moeten hongerig de wei in en niet eerst gaan mesten op het mooie gras of meteen gaan liggen.” Tot twee jaar geleden kregen de koeien ook een beetje snijmaïs, maar omdat de oogst vaak een crime was vanwege de nattigheid en de opbrengst bovendien nogal eens teleurstelde, is Zandvliet daarmee gestopt.

De veehouder probeert met het gras desondanks voldoende rust in het rantsoen te houden. „Door de lage kunstmestgiften zijn de hoeveelheid energie en eiwit van de graskuilen al wat meer in balans. En we maaien ook niet heel vroeg, zeker de eerste snede niet, waardoor de kuil wat rustiger wordt.” Zandvliet kuilt de eerste snede in principe in drie keer in, in drie verschillende sleufsilo’s, en maakt vervolgens lasagnekuilen. In de winter ligt er dan doorgaans één kuil open om voldoende voersnelheid te houden. „We kuilen alles zelf in en dus is het bewerkelijk”, zegt Eelco. „Alles moet ervoor wijken”, voegt Afke met een blik van verstandhouding toe. „Maar daar ligt wel de basis”, stelt de veehouder. „Als ik een kuil maak, moet een koe daar onbeperkt van kunnen vreten en toch gezond blijven.”

  • Beeld: ©Agrio / Susan Rexwinkel

    De koeien worden gemolken in een 2x12 stands zij-aan-zij melkstal.

  • Beeld: ©Agrio / Susan Rexwinkel

    Van de eigen stier Hubertus (Bob x Lonar x Bret) zijn de moeder en grootmoeder met respectievelijk 50.000 en meer dan 100.000 kilo melk nog aanwezig. Vader Bob (Leif x Eskan x Design) is ook een eigen stier en zijn moeder is met 122.000 kilo melk op de teller ook nog aanwezig.

  • Beeld: ©Agrio / Susan Rexwinkel

    Hendrikje 166 is een van de uitstekend functionerende dochters van eigen stier Bob (mv. Ford).

  • Beeld: ©Agrio / Susan Rexwinkel

    Geertje 104 (Regent x Lonar x Bret) kreeg als vaars 88 punten voor het algemeen voorkomen en is een halfzus van de eigen stier Hubertus. Vader Laurelhil Regent is een zoon van de Italiaanse levensduurvererver Prince. Geertje is inmiddels tweedekalfs en produceert bijna 50 kilo melk per dag.

Bloedlijnen

Volgens Eelco vereist zijn werkwijze een robuuste Holstein-koe. „Je kunt best een Holstein-koe fokken met een beetje bespiering, het hoeft niet heel bloot.” Hij is al van jongs af aan geïnteresseerd in de fokkerij en kwam in de jaren tachtig geregeld bij Hidde Osinga in Nij Beets over de vloer, die in Amerika boer was geweest en er later weer naar toe zou gaan. De emigrant bracht de jonge veehouder de grondbeginselen van het aAa-systeem bij, een systeem waarmee Zandvliet inmiddels 25 jaar werkt. „Osinga drukte me op het hart dat indexen kunnen veranderen, maar afstammingen nooit en zo heb ik dan ook altijd naar de fokkerij gekeken.”

FRS-medewerker Menno Wiersma wakkerde met zijn verhalen over Amerikaanse bloedlijnen in Veeteelt destijds Zandvliets passie daarvoor aan. De veehouder noemt tevens de Duitse fokkers Ekke Thaden en Georg Alter, de fokker van de stier Lonar, als inspiratoren. „Thaden was een vooraanstaand jurylid en tevens een veehouder die sterk op de afstamming lette en over uitstekend vee beschikte met goed uierweefsel. Dat laatste is overigens belangrijker dan de uiervorm.” Thaden had interessante bloedlijnen, evenals zijn kameraad Alter, bloedlijnen waarvan Zandvliet ook gebruik wenste te maken. Hij probeert bijvoorbeeld Mascot-bloed te vermijden, evenals BW Marshall en Valiant. „Hun dochters zijn dieren die als vaars een hoge productie halen, maar zich daarna niet verbeteren. Stieren die wel goed zijn, zijn bijvoorbeeld Triple Threat, Starbuck, Blackstar, Rudolph en nu Prince. De hoge levensduur van Prince is logisch als je naar zijn bloedopbouw kijkt. Hij heeft Britt (v. Rudolph, red.) x Mtoto x Skywalker als afstamming en Rudolph, Mtoto en Skywalker zijn de drie stieren die de meeste honderdtonners hebben geleverd in Italië.”

Farmers Wish

Naast bloedlijnen is Triple A de leidraad bij de fokkerij. Zandvliet gaat in principe voor betrouwbare stieren en maakt ook gebruik van de jonge stieren uit het Farmers Wish-programma van Veecom en KI Samen. „Bepaalde codes zijn lastig te vinden en daarom kom ik daar vaak uit. Bovendien hebben de mensen erachter dezelfde filosofie als ik. De stieren komen uit een goede moederlijn en ook qua bloedvoering passen ze goed.” Dat de stieren op basis van hun eerste dochters niet uitblinken qua indexen, deert Zandvliet niet. „Wij hebben goede Pirlo’s in de stal.” Stieren waarmee hij verder goede resultaten heeft behaald, zijn bijvoorbeeld de Italiaanse Boss Iron, Ford, Prince en Bagolino en de Duitse Mascol, Lonar, Leif, Mavid en Jerudo.

Eelco zegt een excellente koe heel mooi te vinden, maar toch niet naar keuringskoeien te streven, althans niet naar een extreme koe. Hij fokte tot dusver vier excellenten, dochters van Boss Iron, Manager, Palmo en Prince, waarvan de laatste nog aanwezig is. Daarnaast bracht het bedrijf inmiddels achttien honderdtonners en twee tientonners voort. Dat wil zeggen dat Dora 69 (Lee x Archibald) nog één melkcontrole moet en rond de maandwisseling normaliter de tweede tientonner van het bedrijf zal zijn, Jeltje 88 (Bosside Ruben x Terminus) ging haar al voor. De beide dames hebben al 135.000 kilo melk geproduceerd en weten zich nog gewoon staande te houden in het koppel, evenals Bea 25 (Eskan x Design) met 122.000 kilo melk. Er zijn in totaal vijf honderdtonners aanwezig, maar dat vormt volgens Zandvliet geen doel op zich. „Ze moeten zich wel zelf staande weten te houden, er zijn geen strohokken voor dit soort koeien beschikbaar.”

Hubertus

Ondanks de bijzondere prestaties is er tot dusver geen KI-stier van het bedrijf vertrokken, al is FaWi Alessandro (Surefire x Mr Sam x Storm), afkomstig uit een embryo van Veecom, wel bij Zandvliet geboren. Hetzelfde geldt voor drie goede, melkgevende volle zussen van de KI-stier Topspeed Raglan (Maik x Stadel x Celsius). „Het doel was eigenlijk om een stiertje te fokken.” Overigens is er wel belangstelling van een buitenlandse KI die zich specifiek richt op levensduur voor de eigen stier Hubertus (Bob x Lonar x Bret).

Van Hubertus loopt zowel de fraaie moeder als de grootmoeder nog op het bedrijf, met respectievelijk ruim 50.000 en ruim 100.000 kilo melk op de teller. Zandvliet heeft al sperma van Hubertus in het vat, evenals van diens vader Bob, die ook een eigen stier was. Ook de moeder van Bob (Leif x Eskan x Design) is met 122.000 kilo melk nog op het bedrijf aanwezig. Van Bob melkt Zandvliet al verschillende dochters. Hij wijst ze in de stal een voor een aan en het blijkt dat ze stuk voor stuk over een goede conditie, prima uiers en beste benen beschikken. „Die vaars geeft 40 kilo melk met twee vingers in de neus”, wijst Zandvliet. Hoewel er eigenlijk geen ruimte voor is en ook de veiligheid een punt van aandacht is, denkt Eelco er daarom over om in de toekomst toch wat vaker gebruik te maken van een eigen stier.

Beeld: ©Agrio / Susan Rexwinkel

Bedrijfsgegevens

Eelco Zandvliet (50, rechts) vormt samen met zijn vrouw Afke (46) en oudste zoon Janiek (21, achter) een maatschap, waarbij Janiek tevens actief is als zzp’er in de agrarische sector en in de bouw en Afke in het mbo-onderwijs (Nordwin College) werkzaam is. Ook op de foto staan zoon Wilmer (15, links) en vader Hans Zandvliet (77). Net als Afke ontbreekt dochter Marieke (19). In Langezwaag (FR) melkt de familie 155 koeien en houden ze daarnaast 120 stuks jongvee. „We moeten eigenlijk minder jongvee aanhouden, maar een voordeel van ze eerst laten kalven, is dat je kunt selecteren”, aldus Zandvliet. Hij verkoopt op jaarbasis steevast een 30 tot 35 koeien voor het leven en gebruikt slechts heel soms Belgische Blauwe stieren. Het aAa-systeem ligt aan de basis van de paringen, waarbij op het moment de volgende stieren gebruikt worden: Zamagni. Berico, Guard, Solero, Savoia, Faun, Leko, Lonar, Ramsey, Spell It, FaWi Caruso, FaWi Allegro en de eigen stieren Hubertus en Bob.

De koeien realiseerden het afgelopen boekjaar een rollend jaargemiddelde van 9.823 kilo melk met 4,38 procent vet en 3,44 procent eiwit. De tussenkalftijd bedraagt 420 dagen. „We beginnen niet te vroeg met insemineren. Zolang ze nog 45 kilo melk geven, insemineren wij niet.” Zowel het jongvee als de koeien worden in de zomer geweid, waarvoor in totaal 50 hectare land beschikbaar is. Het rantsoen bestaat verder uit graskuil en 1,5 kilo maïsgluten, aangevuld met krachtvoer in de melkstal en via krachtvoerautomaten. In totaal beschikt Zandvliet over 80 hectare grasland, waarvan 23,5 hectare op een halve kilometer afstand. Het gras van het land op afstand wordt alleen gekuild en bestaat ook uit wat andere grassoorten, zoals rietzwenk en rode klaver. Bij huis heeft de veehouder verder nog 3 hectare van het snel drogende kropaar, waarvan hij de tweede snede steevast hooit voor het jongste jongvee.

Beeld: ©Agrio / Susan Rexwinkel

Dit verhaal is het resultaat van een samenwerking tussen Agrio en het Ministerie van LNV en kan eerder zijn gepubliceerd in een of meerdere uitgaven van Agrio. Op het gebruikte beeld rust copyright.