Soms kunnen regels wijken voor vooruitgang

Er is beleid en er zijn regels om dit beleid na te streven of te handhaven. Maar er zijn ook regels die het gewenste beleid misschien wel in de weg zitten, of die elkaar tegenspreken. Bij familiebedrijf Groot-Zevert uit Beltrum weten ze er alles van, maar krijgen ze ruimte om het anders te doen.

Het ligt zo’n beetje in het midden van de lijn die je kunt trekken tussen Enschede en Doetinchem. Beltrum is dus Achterhoek, en juist daar wordt de laatste jaren gepionierd met regelgeving. De Achterhoek is één van de vijf door LNV aangewezen ‘experimenteergebieden’. Regio’s en gebieden waar ruimte wordt gecreëerd voor experimenten met aangepaste regelgeving. Met toestemming eigenwijs zijn dus. Het past wel bij bedrijfsleider Arjan Prinsen. Bij groot Zevert Vergisting en bij het loonwerkbedrijf loopt hij vooral tegen de mestwetgeving aan.

Beeld: ©Groot-Zevert

Biogas

“Wij hebben altijd veel mesttransport gedaan. Ruim twintig jaar geleden wilden we meer doen dan alleen het transport, bijvoorbeeld met biogas. In 2004 zijn we gestart met mestvergisting,” vertelt Prinsen. Bij het vergisten van mest komt in de vorm van biogas, energie vrij. “Tien jaar later hebben we de volgende stap gezet: co-vergisting. Dan voeg je er een grondstof aan toe. In ons geval een aantal schone producten uit de regio, zoals aardappelresidu van Avico, het kaf van graan en restpoeders van FrieslandCampina.”

In alle gevallen regionale producten dus, die ook weer regionaal worden afgezet. “We wekken inmiddels zo’n 1400 kuub gas per uur op. Daarvan gaat 1000 naar FrieslandCampina in buurdorp Borculo. De resterende 400 kuub gebruiken we voor onze eigen energievoorziening en we leveren nog een klein deel aan het net van Liander. Mede dankzij deze succesvolle regionale focus is Groot-Zevert inmiddels een gewaardeerd pilotbedrijf van de Universiteit van Wageningen (WUR).

Beeld: ©Sterner AS

Resultaat

“Onze grote kracht is dat er prachtige eindproducten ontstaan vanuit het digestaat (red: de vergiste mest). Door te ‘kraken’ blijft er een bodemverbeteraar over in de vorm van compost, die in deze vorm veel meer impact heeft op de bodem waarop deze wordt uitgestrooid. Daarnaast houden we groene vloeibare kunstmest over. Het overgebleven vocht is ‘demiwater’, het gedemineraliseerde water dat bijvoorbeeld in accu’s wordt gebruikt. En tenslotte natuurlijk een deel waardevolle mest.”

Resultaat dat alleen kan worden bereikt door een samenwerking met zowel de WUR als lokale en landelijke overheden. “Vooral dankzij de werkgelegenheid die we hiermee creëren en de focus op regionale input en afzet, hebben we alle partijen mee gekregen, en mogen we doen wat we doen,” legt Prinsen uit. “De Achterhoek is een gebied met veel rundveehouders en grasland. Dus onze bodem heeft veel stikstof, kalium en zwavel nodig. Dat komt allemaal uit digestaat.”

Doel van deze experimentele werkwijze is het inzetten van natuurlijke mest als vervanger van kunstmest. “En we willen graag veel draagvlak in de sector. Dat gaat goed, omdat we volgens de huidige wet- en regelgeving de fractie vanuit de fabriek naar het buitenland moeten afvoeren, vanwege het fosfaat dat erin zit. Nu mogen we zelf het fosfaat extraheren en kunnen we de organische meststof regionaal toepassen. Deze vrijstelling zou onder veehouders in waterwingebied, waar we hier zitten, veel kunnen opleveren omdat de uitspoeling verminderd.”

Beeld: ©Groot-Zevert

Verbeteren

Ondanks het goede nieuws, is er ook zeker ruimte voor verbetering. Vooral in Den Haag, bij de beleidsbepalers. “Over het algemeen gaat het hartstikke goed, maar we lopen wel tegen de te krappe bemensing aan bij het ministerie. Ze doen wat ze kunnen, vanuit het project ‘Innovatieregio’, maar we zouden meer en grotere stappen kunnen nemen. Ook zouden de deelnemende boeren (een deel van) hun tijd vergoed moeten krijgen. Nu doen we alles in de rustige uren en die vallen weg als het drukker wordt op het bedrijf. Dan valt het project ook stil en dat is hartstikke zonde,” sluit Prinsen af met hoop en ambitie.

Dit verhaal is onderdeel van een serie artikelen voor deze website (tussen 2019 en 2021) waarin agrarisch ondernemers vertellen hoe zij werken aan de omslag naar kringlooplandbouw. Op Groeien naar morgen lees je verhalen van agrariërs die stappen zetten en maak je kennis met de Demobedrijven.

Publicatiedatum op deze site: 2 juli 2021