Meer biodiversiteit door licht bemesten van natuurland?
Natuurpercelen licht bemesten levert mogelijk meer biodiversiteit op, vooral onder de grond. Dat is een van de eerste voorzichtige conclusies die drie jonge melkveehouders trekken uit gezamenlijk onderzoek, waarbij ze KPI’s rond natuurbeheer in beeld brengen. “Deze cijfers helpen om ons gevoel te onderbouwen én in de samenwerking met onze verpachters te zoeken naar de juiste manier om natuurgrond te beheren.”

De jonge melkveehouders Bart Combee, Henri van den Boomen en Irma Jellema- Sprangers hebben allemaal natuurland in gebruik. Irma bijna alleen maar, Henri voor een groot deel en Bart iets minder dan de helft van zijn areaal. Met elkaar hebben deze enthousiaste ondernemers onderzoek gedaan naar de bewezen meerwaarde van dit natuurland. Wat levert een houtwal op? Welke vlinders leven er eigenlijk op mijn natuurland en welk effect heeft bemesting op de biodiversiteit boven en onder de grond? De resultaten delen ze graag met jou, want alle drie zijn ze Demobedrijf Duurzame Landbouw.

Keuzes onderbouwen met cijfers
“We hebben in dit onderzoek gekeken naar het bedrijf zelf, maar ook vier percelen gepakt. Twee reguliere graspercelen van de huiskavel en twee natuurpercelen grasland”, legt Merijn van den Hout uit. Als onderzoeker aan het Louis Bolk Instituut begeleidt hij Bart, Henri en Irma bij dit onderzoek. “Het doel is allereerst om meer data te krijgen. Als de demobedrijven boeren op bezoek krijgen is het mooi om de praktijk te laten zien. Maar is het nóg mooier als je dan de stappen die jij op het gebied van duurzame landbouw zet, ook nog kunt onderbouwen met cijfers.” De focus in het nog lopende onderzoek ligt daarbij op de bodemkwaliteit, het type planten dat daar groeit, het beheer en vervolgens het effect. En daar zijn de jonge boeren de afgelopen drie jaar enthousiast mee aan de slag gegaan. Op de vier percelen hebben zij gespeeld met het bemestingsniveau. Daarbij lijkt het er op dat een beetje mest juist goed is voor de ondergrondse biodiversiteit. “Dit is in lijn met wat veel boeren eigenlijk al een lange tijd aangeven”, stelt Merijn. “Minder mest betekent minder opbrengt op een regulier grasperceel. Bij natuurland is dat eigenlijk hetzelfde. Als je te ver gaat verschralen, gaat dat niet alleen ten koste van de grasopbrengst, maar soms onbedoeld ook van de diversiteit.” Sowieso ziet Merijn dit besef ook langzaam komen bij de natuurorganisaties. “De lijn verschuift naar meer specifiek per perceel kijken, verschralen is niet per definitie overal het beste beheer. Soms is een beetje mest juist goed om het bodemleven te voeden en in stand te houden”.
"Als de demobedrijven boeren op bezoek krijgen is het mooi om de praktijk te laten zien. Maar is het nóg mooier als je de stappen die jij zet ook kunt onderbouwen met cijfers." - Merijn van Hout, onderzoeker bij Louis Bolk Instituut
Sterkere positie richting verpachters
Deze data uit het onderzoek gebruiken de ondernemers ook weer richting de natuurorganisaties waarvan zij pachten. “Ik kan nu beter onderbouwen dat een lichte bemesting van natuurgrond zinvol is. Mijn onbemeste natuurpercelen bevatten heel weinig mineralen, hebben een hele lage stikstofstoftoestand, maar er groeit ook maar heel weinig. Daarom kijk we nu samen met Natuurmonumenten hoe we op specifieke percelen wel een lichte bemesting kunnen toepassen”, vertelt Irma enthousiast. Datzelfde herkent Bart ook. “Ik heb een proef gedaan met stromest ten opzichte van natuurmaaisel. Daaruit bleek de waarde van stalmest.” Ook Henri herkent deze verschillen. “Op mijn bemeste natuurpercelen heb ik meer verschillende soorten planten en insecten, naast een opbrengstverschil. Het bodemleven wordt ook veel diverser als ik mag bemesten”, ziet Henri als resultaat uit het onderzoek.
Vlinders en kruiden tellen
Vlinders, heel veel vlinders. Die blijken er ’s nachts rond te vliegen bij de melkveehouders, die mee hebben gedaan aan de BIMAG vlindertelling van de Vlinderstichting. In het schemer plaatsen zij emmers met een lamp, die de nachtvlinders aantrekt. ’s Ochtends maken ze foto’s van de inhoud van de emmer en laten de vlinders weer vrij. “We wisten niet dat er zoveel verschillende soorten vlinders zijn”, vertellen ze enthousiast. “Ik heb wel 90 soorten nachtvlinders op drie verschillende locaties op ons melkveebedrijf gevonden”, vertelt Henri. Daarbij valt op dat de meeste vlinders rond de bomen en heggen zitten. Niet alleen vlinders, ook kruiden zijn geteld. “Ik zag bijvoorbeeld de veldrus weer terug op mijn natuurpercelen”, vertelt Bart enthousiast.

Stromest, aardvlo en houtwallen
Elk bedrijf heeft ook eigen onderzoeksvragen ingediend binnen dit onderzoek. Zo hebben ze geëxperimenteerd met het droppen van kleibolletjes met kruiden via drones. Henri heeft zich verdiept in de verschillende houtwallen die er zijn. Dus welke soorten bomen en struiken doen het goed en welke verschillen zijn er qua biodiversiteit? Bart is aan de slag gegaan met zowel stromest als plantaardige mest van natuurmaaisel op zijn natuurpercelen. Daarnaast heeft het Louis Bolk Instituut chemische bodemanalyses gedaan, de minerale stikstof in het najaar bemonsterd om de uitspoeling te beoordelen en er zijn regenwormen, nematode en microbieel bodemleven bemonsterd. Daarnaast zijn er profielkuilen gegraven en zijn de bulkdichtheid en indringingsweerstand gemeten om nog meer inzicht te krijgen in de bodemstructuur.
Ontmoet gelijkgestemden
Met elkaar ontvangen ze niet alleen groepen boeren, maar gaan ook zelf op stap om bij anderen te kijken. “Je leert veel op technisch vlak, maar ook op ondernemerschap, merkt Irma. “Ik heb gezien welke kleine stappen ik nog kan zetten”, vult Bart aan. “Je verbreedt je netwerk. Als je het net als wij heel anders doet sta je altijd alleen. Dan is het fijn om met elkaar op te trekken en gelijkgestemden te ontmoeten”, vat Henri mooi samen. Jij bent als boer(in) dan ook van harte welkom om met Henri, Bart en Irma mee te leren door hun bedrijf te bezoeken.